Jaarrekening 2018

Omgevingswet

3.2 Prioriteiten en lopende zaken

Algemeen
In het voorjaar van 2018 is de Routekaart invoering Omgevingswet geactualiseerd, nadat het Rijk in de zomer van 2017 de inwerkingtreding van de wet heeft uitgesteld en het Digitale Stelsel Omgevingswet heeft herijkt. In 2018 zijn alle projecten in uitvoering gegaan na een periode van verkennen en plannen. Met nog een kleine 2 jaar te gaan voordat de wet inwerking treedt, liggen we voldoende op koers met het uitvoeren van onze Routekaart. Doordat de wet- en regelgeving voor vergunningverlening en met name toezicht en handhaving pas eind 2018 openbaar werd en nog onduidelijkheid bestaat wat het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet omvat na de herijking eind 2017, hebben we ons in 2018 in die twee projecten gericht op no regret maatregelen in eigen huis en de regionale en interprovinciale samenwerking om zo toch voortgang te boeken. Eind 2018 hebben de Utrechtse ketenpartners op de Utrechtse Omgevingswetdag belangrijke stappen gezet naar regionale samenwerkingsafspraken om de Omgevingswet voor de Utrechtse inwoner en ondernemer succesvol in te voeren. Zie ook Vergunningverlening, toezicht en handhaving en Digitaal Stelsel Omgevingswet. In 2019 zullen we naar verwachting ons beeld van de veranderopgave compleet kunnen maken en uitvoeren. Daarnaast zal de focus liggen op het opstellen van de omgevingsvisie en -verordening en het concretiseren en experimenteren van een andere manier van werken. Daarmee hopen we zover te komen dat we in 2020 deze Omgevingswet manier van werken in eigen huis en met onze ketenpartners kunnen toepassen, zodat we op 1 januari 2021 als provincie Omgevingswetproof werken.

Omgevingsvisie en -verordening

  • Inhoud en proces koersdocument - Eind 2018 heeft u het Koersdocument ‘Koersen met kwaliteit’ vastgesteld, samen met de Ontwerp-notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het planMER. Het Koersdocument is mede via participatie tot stand gekomen. De participatie was met de gehele maatschappij voor de Horizon Utrecht 2050 (het gezamenlijke toekomstbeeld met maatschappelijke opgaven) en met gemeenten, waterschappen en belangenorganisaties voor het concept Koersdocument.
    In het Koersdocument zijn op hoofdlijnen alle onderwerpen uit de bouwstenen opgenomen. Ook is in de beschrijving aangeven of dit beleid ongewijzigd kan blijven of aangepast moet worden. Voor de Omgevingsverordening is een afwegingskader opgenomen.
  • Vervolg - Het concept ontwerp van de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening wordt in 2019 gemaakt. Omdat de participatie op locatie goed is bevallen zetten we dat door. Omdat het beleid in deze fase specifieker wordt en de verschillen tussen de gebieden in de provincie belangrijker worden, gaan we naast de thematische indeling in het Koersdocument, ook een gebiedsindeling, waarbij we als basis de bestuurlijke samenwerkingsregio’s (regio U10, regio Utrecht-West, Regio Amersfoort en Regio Foodvalley) volgen. Begin 2019 gaat de Ontwerpnotitie Reikwijdte en Detailniveau ter inzage.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)

  • Inzicht veranderopgave VTH – De landelijke wet- en regelgeving voor met name toezicht en handhaving is na vertraging eind 2018 helderder geworden met de publicatie van het Invoeringsbesluit. Om ondertussen het inzicht te vergroten hebben de regionale partners zich onder andere gericht op praktijkproeven. De provincie is met verschillende VTH-partners pilots gestart om te kijken waar de theorie van de Omgevingswet botst met de huidige VTH-uitvoering. Naast de praktijkproeven genoemd bij Digitaal Stelsel Omgevingswet/Uitvoering zijn met de gemeenten Bunschoten en Soest afspraken gemaakt voor het uitvoeren van pilots, gericht op de relatie tussen gemeentelijke omgevingsplannen en provinciale vergunningen.
  • Regionale samenwerking:
    • Samenwerking RUD en ODRU – De provincie en beide omgevingsdiensten zijn met behulp van een extern adviesbureau een traject opgestart om de veranderopgave specifiek voor Utrecht zo veel mogelijk te concretiseren. De eerste verkennende fase van dit onderzoek geeft een globaal inzicht in de veranderopgave. Deze fase heeft vertraging opgelopen door de hiervoor genoemde landelijke vertraging maar is inmiddels nagenoeg afgerond. De tweede fase is gericht op de concrete veranderingen die de provincie moet doorvoeren in relatie tot de omgevingsdiensten en haar eigen taakuitvoering en wordt in de eerste helft van 2019 afgerond.
    • Samenwerkingsafspraken VTH-keten – Eind 2018 op de Utrechtse Omgevingswetdag heeft een groot deel van de VTH-ketenpartners de intentie uitgesproken samenwerkingsafspraken te maken om het VTH-proces ‘eenvoudig beter’ te maken voor de Utrechtse initiatiefnemer. Begin 2019 wordt de vervolgstap gezet met het uitwerken van de intenties in concrete voorstellen om het proces te verbeteren.
  • Kennisvermeerdering cyclus beleid-uitvoering VTH – In een interne bijeenkomst en twee bijeenkomsten met ketenpartners is kennis gedeeld over de veranderopgave voor VTH en de beleidscyclus van de Omgevingswet. Eind 2018 is gestart met werksessies gericht op het aanpassen van het werkproces voor groene vergunningverlening. In 2019 wordt dit uitgebreid naar de processen van andere provinciale VTH-taken.

Digitaal Stelsel Omgevingswet

  • Beleid – Via een praktijkproef hebben we een aantal conceptartikelen uit de verordening opgesteld conform een ontwerpversie van de nieuwe standaarden. Deze conceptverordening is als proef in de testomgeving van het landelijk digitale stelsel gepubliceerd. De ervaringen en leerpunten (bijvoorbeeld: te veel vrijheden, werkingsgebieden onvoldoende uitgewerkt) zijn landelijk gepresenteerd.
  • Uitvoering – We hebben samen met de omgevingsdiensten, de Veiligheidsregio en de waterschappen een inventarisatie van processen en producten rondom VTH opgesteld. Tevens is een gezamenlijke ontwikkelagenda opgesteld gericht op de digitale veranderopgave VTH, waarin ook enkele praktijkexperimenten die zijn opgestart zoals een digitale vergunningchecker voor het kappen van bomen en het verbeteren van het besluitvormingsproces bij vergunningen die meerdere bevoegde gezagen raken. Met de regionale ketenpartners is op de Utrechtse Omgevingswetdag de intentie uitgesproken om het proces te digitaliseren en informatie meer en sneller te delen. De uitwerking naar samenwerkingsafspraken is begin 2019.
  • Informatie – De gezamenlijke interprovinciale geo-infrastructuur is in 2018 aangesloten op de landelijke omgeving. De transitie van het component dat gericht is op publicatie van informatie vanuit de INSPIRE richtlijn loopt door in 2019.

Aanpassen manier van werken
Nadat in het voorjaar het plan is vastgesteld, heeft dit project een vliegende start gemaakt met als resultaten:

  • Een overzicht met aan te passen werkprocessen:

  • De Omgevingswetkoffer met instrumenten die de medewerkers met hun team kunnen gebruiken om te leren werken met de Omgevingswet.

  • In 2018 zijn belangrijke stappen gezet om medewerkers te leren werken met de Omgevingswet door:
    • 3 Bijeenkomsten met ketenpartners en andere provincies over het aanpassen van de manier van werken aan de Omgevingswet. Het resultaat van deze bijeenkomsten is het verbeteren van de ketensamenwerking en het vergroten van kennis, inzicht en bewustwording over de Omgevingswet waaronder verbetering van het integraal werken.
    • 4 interne bijeenkomsten, waarvan 1 organisatiebrede, gericht op het aanpassen van werkprocessen. Het resultaat is ook inzicht in de aan te passen werkprocessen en de manier waarop je de werkprocessen kan aanpassen.
    • 26 Experimenten gedaan om te leren werken met de Omgevingswet. De experimenten hebben als resultaat dat medewerkers leren om te werken met Omgevingswet en de manier waarop werkprocessen gewijzigd kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de Wegh der wegen. Dit gaat in principe om beheer en onderhoud aan de N237, maar is als bredere gebiedsontwikkelopgave met de stichting Wegh der wegen en de betrokken gemeenten opgepakt. Dit experiment heeft geresulteerd in het Streefbeeld Wegh der wegen. De belangrijkste les in dit experiment is dat het van belang is duidelijk te maken of de opgave het vertrekpunt van handelen is of dat de formele bevoegdheden het vertrekpunt zijn. Daar moeten we duidelijk in zijn ten opzichte van de samenwerkingspartners.

Nationale wet-, regelgeving en visie

  • Wet- en regelgeving – Onze bijdrage aan de IPO reacties op wet- en regelgeving hebben geleid tot de opname in de wet van een bruikbare (goed toegelichte) regeling die het mogelijk maakt dat provincies in afwachting van de implementatie van hun Omgevingsverordening door gemeenten kunnen voorkomen dat ongewenste, onomkeerbare ontwikkelingen plaatsvinden (voorbereidingsbescherming). Hiermee wordt het gemis aan overgangsrecht voor provinciale regels grotendeels rechtgetrokken. Daarnaast zal er een met de Wet ruimtelijke ordening vergelijkbare mogelijkheid in de Wet worden opgenomen om te zorgen dat gemeenten en provincies een financiële bijdrage kunnen vragen bij ruimtelijke ontwikkelingen die een vorm van tegenprestatie of compensatie vragen die niet door de initiatiefnemer zelf kan worden gerealiseerd.
  • Botsproeven – Om de uitvoerbaarheid van de nieuwe wetgeving te testen nemen we deel aan landelijke botsproeven. In juli is deelgenomen aan de (eerste) botsproef voor het instrument projectbesluit. Daarnaast hebben diverse botsproeven plaatsgevonden die samenhangen met vergunningverlening (bv. voor het formuleren van overgangsrecht bij de overgang van vergunningen voor inrichtingen naar vergunningen voor activiteiten).
  • Handreiking Omgevingsverordening IPO – We hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de tweede versie van de IPO handreiking, waarbij de wet- en regelgeving wordt vertaald naar handzame toepassingsmogelijkheden bij het opstellen van een omgevingsverordening. We benutten deze handreiking bij het opstellen van onze eigen verordening.
  • Nationale Omgevingsvisie (NOVI) – Wij hebben via het IPO en in afstemming met onze regionale partners actief en agendazettend input voor de NOVI geleverd. We hebben een ambtelijk positionpaper ‘Utrecht en de NOVI’ aangeboden aan de directeur NOVI, waarin een aanbod en een vraag van Utrecht aan het Rijk staan om de gezamenlijke opgaven op te pakken. Ook hebben we verschillende NOVI-gebiedsdialogen over Utrecht en Groene Hart mede georganiseerd. Medewerkers van Rijk, provincie Utrecht, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven zijn met elkaar het gesprek aangegaan over de gedeelde nationale en Utrechtse opgaven. En hoe hier samen en met een brede blik aan te werken. In deze gebiedsdialogen is ervoor gepleit om het gebied aan de oostkant van de stad Utrecht en het Groene Hart als perspectiefgebieden in de NOVI aan te wijzen. Om de potentiële status van deze gebieden als perspectiefgebieden kracht bij te zetten, zijn ambtelijke positionpapers over deze gebieden aangeboden aan de directeur NOVI. In april 2019 wordt het ontwerp van de NOVI verwacht. Voornemen is gezamenlijk met onze regionale partners een Utrechtse inspraakreactie op het ontwerp van de NOVI te geven.