Inleiding
Een deel van onze inkomsten bestaat uit provinciale belastingen en lokale heffingen. Daarvan is de belangrijkste de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting, een provinciale belasting.
De provinciale heffingen mogen op grond van artikel 225 van de Provinciewet niet hoger dan kostendekkend zijn. Wij kennen de volgende heffingen:
- Leges;
- Ontgrondingenheffing;
- Grondwaterheffing.
Opcenten Motorrijtuigenbelasting
Grondslag voor het heffen van opcenten is de Verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting provincie Utrecht (vastgesteld door PS op 27 juni 2011).
In de Begroting 2018 is voor de opcenten een opbrengst geraamd van € 121,1 mln. Hierbij is uitgegaan van de raming die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is geformuleerd in de meicirculaire Provinciefonds van 2017. Op grond van de raming van het ministerie in de meicirculaire Provinciefonds van 2018 is de verwachte opbrengt in de Najaarsrapportage bijgesteld naar € 120,8 mln.
Uit de eindejaarsopgave van de Belastingdienst, die namens de provincie het innen van de opcenten verzorgt, blijkt nu dat de werkelijke opbrengst over het jaar 2018 € 122,4 mln. bedraagt. Deze hogere opbrengst kan verklaard worden door een toename van het aantal belaste auto’s in de provincie Utrecht.
Precariobelasting en leges
De leges vinden hun grondslag in de Legesverordening provincie Utrecht 2018, vastgesteld door PS op 6 november 2017. De toe te passen tarieven staan in de tarieventabel bij deze verordening.
Uitgangspunt bij de vaststelling van de tarieven is dat deze ten hoogste kostendekkend mogen zijn. Dit wordt bij de vaststelling van de tarieventabel jaarlijks gecontroleerd aan de hand van een hiertoe ontwikkeld rekenmodel.
De opbrengst is jaarlijks sterk wisselend, doordat deze wordt beïnvloed door of afhankelijk is van het aantal ingediende aanvragen. Daarom is in de Begroting 2018 de verwachte opbrengst gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de laatste 5 jaar, zijnde € 399.973. De werkelijke opbrengst aan leges bedroeg in 2018 € 313.885.
In onderstaande tabel wordt de kostendekkendheid van de legestarieven over het jaar 2018 nader toegelicht.
Berekening van kostendekkendheid van de leges | |
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente 2018 | 321,7 |
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 2018 | 0 |
Netto kosten taakveld 2018 | 321,7 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead incl (omslag)rente | 111,1 |
BTW | 0 |
Totale kosten 2018 | 432,8 |
Opbrengst heffingen (exclusief precariobelasting) 2018 | 313,9 |
Dekkingspercentage | 73% |
Ontgrondingenheffing
Onder de naam Ontgrondingenheffing is een heffing voor het ontgronden ingesteld als bedoeld in artikel 21f van de Ontgrondingenwet. De heffing is bedoeld ter bestrijding van de kosten voor schadevergoedingen en onderzoek bij het ontstaan van onverwachte schade bij ontgrondingen. De heffing wordt enkel geheven voor de grote ontgrondingen met een daadwerkelijke kans op schade.
De heffing vindt haar grondslag in de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002. Deze verordening (vastgesteld door PS op 25 februari 2002 en laatstelijk gewijzigd bij besluit van PS van 31 oktober 2011) is met ingang van 1 mei 2002 in werking is getreden.
De ontgrondingenheffing bedraagt € 0,04 per kubieke meter stoffen waarvoor vergunning of machtiging, dan wel een wijziging van een vergunning of machtiging is verleend. De heffing wordt alleen geheven voor ontgrondingen met hoeveelheden boven de 10.000 kubieke meter.
De verordening wordt indien nodig periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.
De opbrengst is jaarlijks sterk wisselend, afhankelijk van de omvang van de ontgrondingen in het betreffende jaar. In de Begroting 2018 is daarom uitgegaan van de gemiddelde opbrengst in de laatste 5 jaar: € 36.000.
De werkelijke opbrengst bedroeg in 2018 € 22.605.
Voor de ontgrondingenheffing geldt dat het tarief ten hoogste kostendekkend mag zijn. In 2018 hebben wij geen kosten gemaakt voor schadevergoedingen en onderzoek. Om deze reden zal de totale opbrengst van de ontgrondingenheffing worden ondergebracht in de voorziening Ontgrondingenheffing. Met deze voorziening kunnen we toekomstige kosten voor onderzoek of te nemen maatregelen bij schade dekken.
Berekening van kostendekkendheid van de ontgrondingenheffing | |
Kosten taakveld – schadevergoedingen en onderzoek 2018 | 0 |
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 2018 | 0 |
Netto kosten taakveld 2018 | 0 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead incl (omslag)rente | * |
BTW | 0 |
Totale kosten 2018 | 0 |
Opbrengst ontgrondingenheffing 2018 | 22,6 |
Dekkingspercentage | - ** |
* De kosten voor de uitvoering van vergunningverlening en toezicht en handhaving worden gedekt door de begroting van de Opdrachtgeversunit RUD en zijn opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst met de RUD Utrecht. Van kosten voor overhead bij de provincie Utrecht is derhalve geen sprake.
** I.v.m. kosten op € 0 is berekening van percentage niet mogelijk.
Grondwaterheffing
De grondwaterheffing is een heffing voor het onttrekken van grondwater ingesteld als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet. De heffing is bedoeld ter bestrijding van de kosten van maatregelen en kosten die verband houden met grondwateronttrekking en het infiltreren van water, het bijhouden van register, schadevergoeding en onderzoek. De heffing vindt haar grondslag in de Grondwaterheffingsverordening provincie Utrecht 2012 (vastgesteld door PS op 31 oktober 2011 en laatstelijk gewijzigd bij besluit van PS van 4 november 2013). Deze verordening wordt periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.
Het tarief voor de grondwaterheffing bedraagt € 0,0153 per kubieke meter onttrokken grondwater.
In de Begroting 2018 is de opbrengst geraamd op € 1.160.000.
De werkelijke opbrengst was in 2018 € 1.326.542. Hierin is zowel de definitieve aanslag 2017 als 2018 verwerkt.
Ook voor de grondwaterheffing geldt dat het tarief ten hoogste kostendekkend mag zijn. Omdat de kosten van het taakveld in 2018 lager uitvielen dan de opbrengst, zal de meerdere opbrengst van de grondwaterheffing worden ondergebracht in de voorziening (voorheen reserve) Grondwaterheffing. Met deze voorziening kunnen we voorkomen dat de hoogte van de grondwaterheffing jaarlijks fluctueert. Bovendien kunnen in de toekomst hoger uitvallende kosten worden opgevangen.
Berekening van kostendekkendheid van de grondwaterheffing | |
Kosten taakveld – kosten maatregelen en onderzoeken 2018 | 345* |
Kosten taakveld – schadevergoedingen en onderzoek 2018 | 7 |
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 2018 | 0 |
Netto kosten taakveld 2018 | 352 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead incl (omslag)rente | 251 |
BTW | 0 |
Totale kosten 2018 | 603 |
Opbrengst heffingen 2018 | 1.327** |
Dekkingspercentage | 220% |
*De daadwerkelijk kosten in 2018 bedroegen € 641.000. Echter, er heeft een correctie plaatsgevonden van kosten over het jaar 2017 waardoor de kosten uitkomen op € 345.000. Zonder de correctie over 2017 is het dekkingspercentage 148%
**Hierin zit zowel de definitieve aanslag 2018 die in juni 2019 is geboekt, als de definitieve aanslag 2017.
Kwijtscheldingsbeleid
Voor de provinciale heffingen is geen kwijtscheldingsbeleid ontwikkeld. Wel kan in bepaalde gevallen tegemoet worden gekomen aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van de leges- en heffingsverordeningen voordoen.
Samenvatting Opbrengsten Belastingen en heffingen
Samenvatting opbrengsten provinciale belastingen en heffingen | 2017 | 2018 |
Motorrijtuigenbelasting | 119.420 | 122.385 |
Precario en leges | 402 | 314 |
Ontgrondingenheffing | 2 | 23 |
Grondwaterheffing | 1.154 | 1.327 |
Totaal | 120.978 | 124.049 |